Het concept en de pogingen tot klonen zijn niet nieuw. De geboorte van Dolly (Lamb 6LL3) in 1997 bracht het onderwerp echter niet alleen in de openbaarheid, maar leidde ook tot heftige debatten over de vraag of het al dan niet moreel verantwoord is een dergelijke techniek op mensen toe te passen. Dit werk probeert de meeste argumenten die voor en tegen het klonen van mensen worden aangevoerd, kritisch te onderzoeken. Dit houdt in dat wordt gekeken naar het proces van klonen zelf, de risico's die eraan verbonden zijn en de vermeende voordelen ervan. Vervolgens gaat de auteur in op enkele van de moeilijke metafysische kwesties van persoonlijke identiteit, waardigheid en autonomie; kwesties die enkele van de sterkste argumenten tegen het klonen van mensen vormen. De argumenten aan de andere kant van de morele wig worden eveneens in detail onderzocht. Dit werk zal vooral nuttig zijn voor diegenen die geïnteresseerd zijn in filosofie, biothiek, medische ethiek en de toepassing van nieuwe biotechnologieën op menselijke en andere aanverwante zaken.
Josephus Jeremiah Brimah se doctoró en Filosofía por la Universidad de Manchester y obtuvo un máster en Derecho por la Universidad de Sheffield. Ha impartido varios cursos de filosofía en el Fourah Bay College (Universidad de Sierra Leona) y en el Seminario Mayor Católico de San Pablo, y ha sido tutor en la Universidad de Manchester.